Hans Klok
‘
‘
Hans Klok
Hallo? Hallo mam, met mij.
O hoi, ik had je nog gebeld; waar was je? Dat weet je toch! We hadden personeelsfeest.
O ja, was het leuk? Het diner was heerlijk en er was een optreden van Hans Klok
Hans wie?
Hans Klok, die illusionist. Weet je toch wel.
Wat doet-ie dan? Hij haalt allerlei trucs uit. Hij laat dingen zweven, lepels, vorken. Hij liet zelfs mensen verdwijnen.
Hé bah. Waar ben je nu?
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!